Tilburg wil wijk volledig aardgasvrij maken.

Tilburgse wijk van het gas af

Vijfhonderd woningen afkoppelen van het gas en voorzien van een alternatieve energiebron. In Tilburg wordt hard gewerkt om dat voor elkaar te krijgen. De gemeente diende een aanvraag in bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om mee te doen aan de proeftuin Aardgasvrije Wijken.

Het ministerie wil met dat programma partijen stimuleren kennis te vergaren over het succesvol aardgasvrij maken van woonwijken. Gemeenten konden tot 1 juli een plan indienen voor een wijk. Tilburg heeft stevige energieambities: de gemeente wil in 2045 klimaatneutraal zijn. Dat betekent onder meer dat dan de warmtevoorziening moet draaien op duurzame energiebronnen. Onderdeel daarvan is dat de bestaande bouw wordt losgekoppeld van aardgas.

Tilburg heeft voor de proeftuinaanvraag de wijk Quirijnstok in Tilburg-Noord voorgedragen bij het ministerie. Doel is vijfhonderd woningen in die wijk aardgasvrij te maken en te voorzien van een alternatieve warmte- en energiebron, zoals warmtenet. De gemeente werkt daarvoor samen met verenigingen van eigenaren, de woningcorporatie, de netwerkbeheerder, de energiecoöperatie, buurt- en wijkverenigingen en de exploitant van warmtenet.

Woonwijk Quirijnstok aardgasvrij
Bij de uitwerking van het project stonden betrokken partijen uitvoerig stil bij de vraag hoe particuliere woningeigenaren kunnen worden verleid om mee te doen. “We hebben voor Quirijnstok gekozen omdat die wijk qua woningvoorraad een mooie dwarsdoorsnede is met koop en huur, appartementen en rijwoningen”, zegt Paul van Dijk, beleidsadviseur energie en klimaat bij de gemeente Tilburg. Andere belangrijke reden om voor deze wijk te kiezen is omdat bij veel van die woningen sowieso (groot) onderhoud moet worden uitgevoerd. Idee is dat de drempel voor bewoners om energetische verbeteringen te treffen, lager is als hun huis toch onder handen moet worden genomen.

Om huizen aardgasvrij te maken, moeten onder meer een warmtepomp, zonnepanelen en een inductiekookplaat worden geplaatst. De kosten variëren van 10.000 tot 60.000 euro per woning, afhankelijk van wat er moet gebeuren. De huiseigenaar betaalt de kosten, al biedt de gemeente wel financieringsmogelijkheden om de investering over meerdere jaren te kunnen spreiden. Tilburg hoopt daarnaast van het Rijk 3,8 miljoen euro te krijgen in het kader van de proef Aardgasvrije Wijken. Dat zou de kosten voor bewoners drukken.

SMILE
De proeftuinaanvraag sluit aan bij het project SMILE. Dat project, eveneens uitgewerkt door ERAC, omvat een gebiedsgerichte aanpak om energieneutrale wijken in Midden-Brabant te realiseren. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar vastgoed (de huizen), maar ook naar de mogelijkheid om energie in buurten en wijken te produceren en vraag en aanbod van gebruikers op elkaar af te stemmen. Doel: loskomen van aardgas als energiebron. Quirijnstok is ook onderdeel van SMILE, een project dat wordt gefinancierd uit het OPZuid-programma. Dat is een Europees subsidieprogramma voor Zuid-Nederland.

Toetsingscommissie
Het ministerie stelt voor de proeftuin Aardgasvrije Wijken 85 miljoen euro beschikbaar voor ongeveer 20 wijken. Een toetsingscommissie beoordeelt de plannen en brengt daarover advies uit aan minister Kajsa Ollongren. Zij beslist uiterlijk 1 oktober welke aanvragen worden gehonoreerd. Het Rijk is erop gespitst gemeenten snel ervaring te laten opdoen met gasloos maken van wijken. In 2050 moet de hele gebouwde omgeving zijn losgekoppeld van aardgas als energiebron, is het doel.

De impact van ERAC

ERAC schreef de aanvraag voor deelname van de gemeente Tilburg aan het programma Aardgasvrije Wijken. “De ervaring is positief”, zegt Paul van Dijk. “ERAC heeft ons geholpen bij alle facetten die nodig zijn om de aanvraag tot een goed einde te brengen. Van het benaderen van partijen tot het vormgeven van de aanvraag. ERAC heeft heel bevlogen en kundige mensen die niet op een uurtje kijken. Pluspunt is ook de ervaring en vaardigheid die ERAC heeft in het opstellen van grote subsidieaanvragen en de kennis van de regio Hart van Brabant en de stad Tilburg.”